GRONINGEN - Het openbaar ministerie in Noord-Nederland heeft een 35-jarige vastgoedondernemer uit Groningen bestraft wegens valsheid in geschifte bij twee hypotheekaanvragen in de jaren 2014 tot en met 2016 en wegens bezit van een busje pepperspray. Hem is een geldboete opgelegd van € 35.000.

De feiten kwamen aan het licht na een gezamenlijk onderzoek van de politie Noord-Nederland en de FIOD in 2020. De vastgoedondernemer heeft in de periode van 1 april 2014 tot 1 mei 2015 een hypotheek aangevraagd voor een pand aan de Korreweg in Groningen. Hij heeft het daarbij doen voorkomen dat hij het pand zelf zou gaan bewonen, terwijl het feitelijk in vier wooneenheden voor verhuur aan anderen werd opgesplitst. Ook legde hij valse werkgeversverklaringen en een valse verkoopovereenkomst over, waaruit zou moeten blijken dat hij zijn eigen woning onverhuurd zou hebben verkocht.

In 2016 volgde een hypotheekaanvraag voor de aanschaf van een woning aan de Diamantlaan. Opnieuw gaf hij aan het pand zelf te zullen gaan bewonen, terwijl dat niet het geval was en daartoe legde hij dezelfde valse verkoopovereenkomst van de eigen woning over als bij de Korreweg.

In beide zaken gaf verdachte verder op de aanvraag aan in aanmerking te komen voor de Nationale Hypotheekgarantie (NHG), terwijl dat niet het geval was.

Achtergrond van de feiten
Verdachte heeft door zijn handelwijze meer financiering ontvangen tegen een lagere rente. Feitelijk ging het bij de aanvragen voor de Korreweg en Diamantlaan om beleggingshypotheken of verhuurhypotheken; dat wil zeggen een hypotheek voor een pand dat de aanvrager niet zelf gaat bewonen, maar verhuren aan derden. Dergelijke hypotheken worden verstrekt tegen een hogere rente dan wanneer iemand zelf in het pand gaat wonen. Tevens is de financieringsmogelijkheid geringer. Daar komt bij dat een hypotheek met NHG-garantie eveneens tot een lagere rente leidt. Door zijn handelwijze heeft verdachte onterecht hypotheken verstrekt gekregen tegen een lagere rente.

Afdoening door het openbaar ministerie
Het openbaar ministerie heeft ervoor gekozen de zaken zelf af te doen met een strafbeschikking. De redenen daarvoor zijn dat de geconstateerde feiten zich geruime tijd geleden hebben afgespeeld. Ook is de inschatting dat een rechter geen andere of hogere straf zou hebben opgelegd. Door een persbericht als voorwaarde te stellen voor een afdoening buiten de rechter om, is tevens de openbaarheid van de afdoening voldoende gewaarborgd. Tenslotte heeft deze afdoening bijgedragen aan een voortvarende afhandeling van de strafzaak, hetgeen niet alleen in het belang is van de verdachte, maar ook van de rechtspleging in het algemeen.