GRONINGEN - Het Openbaar Ministerie (OM) in Noord-Nederland heeft tegen een 46-jarige man uit Groningen TBS met dwangverpleging geëist. Het OM is van mening dat hij op 29 december 2024 in zijn woning in de Stad-Groningen zijn 12-jarige zoon om het leven heeft gebracht. De officier van justitie eist geen gevangenisstraf, omdat volgens het OM de doodslag niet aan de verdachte kan worden toegerekend vanwege een ernstige psychische stoornis.

Op de noodlottige dag belt de verdachte zelf met 112. Hij vertelt dan dat zijn zoontje is overleden en in zijn woning ligt. Het jongetje is door geweld om het leven gebracht, waarna de verdachte is aangehouden.

Steekletsels
Bij het onderzoek van de patholoog-anatoom werd op het lichaam van het jongetje een groot aantal steekletsels vastgesteld, waarvan een paar het overlijden verklaren. De verdachte bekent dat hij zijn zoon om het leven heeft gebracht en zegt dat hij in een psychose zat. In die psychose dacht hij dat hij zou worden vermoord.

Volledig ontoerekeningsvatbaar
De verdachte is onderzocht door een psycholoog en een psychiater. Zij zeggen dat er sprake is van schizofrenie. Ook hebben zij vastgesteld dat hij depressief was ten tijde van het ombrengen van zijn zoontje en paranoïde wanen had. Deze wanen hebben geleid tot grote (existentiële) angsten. De deskundigen achten de man volledig ontoerekeningsvatbaar.

Bizar en oninvoelbaar
De officier van justitie zegt in haar requisitoir dat de daad zo bizar en oninvoelbaar is, dat deze alleen maar kan worden beschouwd als een uitvloeisel van een ernstige psychische stoornis. “Daarnaast heeft het opsporingsonderzoek ook geen zicht gegeven op een motief. Mensen uit de omgeving van de verdachte en zijn zoontje verklaren ook dat zij een goede relatie hadden.”

Niet innemen medicatie
In september 2024 is de verdachte gestopt met het innemen van zijn antipsychotica. De deskundigen concluderen dat de verdachte vanwege zijn stoornis geen adequate afweging heeft kunnen maken over de gevolgen van het stoppen met zijn medicatie. Ook concluderen zij dat de verdachte niet had kunnen voorzien dat het stoppen met zijn medicatie uiteindelijk tot dit extreem gewelddadige gedrag zou kunnen leiden. Hij was vaker (tijdelijk) gestopt en dat had eerder niet geleid tot agressief gedrag.

Invloed stoornis
De officier van justitie gaat mee in het standpunt van de deskundigen: “Zijn beslissing om te stoppen met de medicatie kan hem niet worden toegerekend, omdat deze beslissing is genomen onder invloed van zijn stoornis. Daardoor heeft hij niet kunnen voorzien dat het stoppen uiteindelijk zou leiden tot dit soort extreem gewelddadig gedrag. ”

Onbeschrijflijk leed
De juridische discussie over de staat waarin de verdachte zijn gruwelijke daad heeft gepleegd, moet voor de nabestaanden bijzonder moeilijk zijn. “De pijn, angst en wanhoop die de jongen in zijn laatste momenten moet hebben doorstaan, gaat het voorstellingsvermogen te boven. Het leed dat hen is aangedaan is onbeschrijfelijk.”

Botsende gevoelens
“Ik kan mij heel goed voorstellen dat het vragen om TBS en geen gevangenisstraf door de nabestaanden als onrechtvaardig zal worden ervaren”, zegt de officier van justitie. Zij ziet in deze zaak dat het intense leed van de nabestaanden botst met de ontoerekeningsvatbaarheid van een ernstig psychiatrisch zieke verdachte. “Een juiste toepassing van de wet en het toepasselijke juridisch kader brengt mij tot een strafeis die inhoudt dat er aan verdachte een ongelimiteerde TBS moet worden opgelegd, zoals ook door deskundigen geadviseerd.”

De rechtbank zegt aan het einde van de inhoudelijke behandeling wanneer het uitspraak doet in deze zaak.