GRONINGEN - Een jonge man van 18 jaar stond vandaag terecht voor meerdere diefstallen, gepleegd in woningen in Groningen, waarbij hij zich volgens het OM ook schuldig heeft gemaakt aan huisvredebreuk.


Zo zou hij woningen zijn ingeslopen om daar geld en pinpassen weg te nemen. Deze insluipingen zouden ’s nachts en in de vroege ochtend plaats hebben gevonden. Het gaat om twee insluipingen op 28 oktober 2022. De eerste 's morgens rond zes uur in een woning aan het Hoendiep en de ander aan de Goudlaan omstreeks half negen. De derde insluiping gebeurde op 30 oktober rond half drie in de ochtend aan de Rabenhauptstraat. Ook op 2 november was er een insluiping, dit keer in de vroege morgen rond drie uur aan de Anna Paulownastraat. Ook wordt hij verdacht van een fietsendiefstal op 28 oktober. Daarnaast zijn aan de dagvaarding meerdere ad info feiten toegevoegd, zoals pinnen met een gestolen pinpas en zakkenrollerij.

De officier: “Het is een dossier waar ik de kriebels van krijg als ik me probeer voor te stellen wat veel van de aangevers hebben meegemaakt. Je bent in je eigen huis, in je eigen bed en je slaapt. Veel kwetsbaarder kun je niet worden. Je schrikt wakker van een onbekende man opeens die naast je bed staat en je weet niet weet wat zijn bedoeling is. Het moet dood en doodeng zijn geweest, een nachtmerrie om mee te maken.”

De officier stelt verder dat het lijkt dat verdachte pakt wat hij pakken kan, geen respect heeft voor andermans spullen en privacy en daarbij hondsbrutaal is door huizen binnen te sluipen, slaapkamers binnen te gaan en zelfs gesprekken aan te knopen met slapende vrouwen. “Uit de verhalen van aangevers wordt wel duidelijk hoe erg ze zijn geschrokken en hoe groot de impact is geweest en nog steeds is.”, aldus de officier.

De officier houdt bij de strafmaat rekening met de persoonlijke omstandigheden van verdachte en komt tot een eis van 12 maanden jeugddetentie, waarvan vier maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren, met de bijzondere voorwaarden zoals door de Raad voor de Kinderbescherming wordt voorgesteld. De officier: “De maatschappij moet nog wat langer beschermd worden tegen daders van dergelijke feiten. Ik houd rekening met zijn persoonlijke omstandigheden en ook met het feit dat verdachte geen 15 of 16 was ten tijde van deze feiten, maar op een paar weken na 18 jaren oud. Ik ben van oordeel dat dit moet worden meegewogen.”