GRONINGEN - “Op maandagochtend 15 maart 2021 kwam bij de meldkamer van de politie een 112-melding binnen van een man die vroeg om een ambulance en een dodenwagen omdat hij net zijn ex had vermoord. Hij had haar gestikt”, aldus de officier in haar requisitoir. Vandaag behandelde de rechtbank de zaak tegen de man die verdacht wordt van het levensdelict op de moeder van zijn drie kinderen.


De verdachte wordt in de woning aangehouden, het slachtoffer overlijdt drie dagen later in het ziekenhuis aan haar verwondingen. Sectie op het lichaam van het slachtoffer heeft uitgewezen dat zij door verwurging om het leven is gebracht. Verdachte bekent het feit.

Volgens het OM was het slachtoffer meer dan duidelijk geweest. Ze wilde geen herstel van de relatie, ze wilde niet praten, ze wilde niet dat hij langs zou komen, ze wilde met rust gelaten worden door verdachte. En ze had een nieuwe vriend. Sinds ze dat laatste op de vrijdag voor haar overlijden aan verdachte had bevestigd, heeft hij zichzelf voortdurend opgefokt. Hij heeft nare berichten naar haar gestuurd, is aan de deur geweest, heeft met zelfmoord gedreigd. En dan op de fatale maandag verschaft hij zichzelf stiekem toegang tot haar woning, overvalt haar met zijn aanwezigheid, dwingt haar met geweld de pincode van haar telefoon af te geven en raakt dan buiten zichzelf van wat hij daarin leest.

De officier acht doodslag bewezen. “Ik volg verdachte in zijn verklaring dat hij in een gemoedstoestand van plotselinge hevige drift is geraakt, toen hem uit de telefoon van het slachtoffer bleek dat zijn berichten waren doorgestuurd naar haar nieuwe vriend. In deze gemoedstoestand is het besluit tot stand gekomen om haar om het leven te brengen en is dat ook uitgevoerd. Ik kom dan ook tot het oordeel dat verdachte heeft gehandeld in een ogenblikkelijke gemoedsopwelling en dat van voorbedachte rade geen sprake is geweest.” Er is naar het oordeel van de officier sprake van opzet. Hij zou de hals van het slachtoffer met kracht hebben dichtgeklemd waardoor de ademhaling werd belemmerd en de bloedtoevoer naar de hersenen werd geblokkeerd. De verdachte moet volgens de officier hebben geweten dat zij aan de gevolgen van zuurstofgebrek zou kunnen overlijden.

“Hoe pijnlijk en moeilijk misschien ook, maar verdachte had de wens van het slachtoffer moeten respecteren. Hij had haar met rust moeten laten, zodat hij zelf ook tot rust had kunnen komen. Als hij dat had gedaan en al het andere niet, dan hadden haar dierbaren haar nog in hun midden gehad. Dit reken ik de verdachte aan.”

De officier eist een gevangenisstraf voor de duur van tien jaren.