GRONINGEN - De voorzieningenrechter in Groningen heeft vandaag uitspraak gedaan in het kort geding dat de gemeente Westerwolde tegen het COA heeft aangespannen. De zaak is op 10 januari 2024 behandeld. De rechter heeft beslist dat het COA zich moet houden aan de met de gemeente afgesproken maximale bezetting van 2.000 asielzoekers op de locatie Ter Apel. Daar is een dwangsom aan verbonden van € 15.000 per dag met een maximum van € 1.500.000.


Afspraken
De voorzieningenrechter stelt vast dat meermalen is afgesproken dat het COA niet meer dan 2.000 personen zal opvangen in de opvanglocatie in Ter Apel. Dat staat in de bestuursovereenkomst tussen de gemeente en het COA uit 2010 en is recent door het COA en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid nog eens bevestigd in een mediationtraject onder leiding van de Nationale ombudsman (april 2023).

Mediationtraject
Het COA had aangevoerd dat het ‘naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is’ om het COA aan die afspraken te houden. Daar is de voorzieningenrechter het niet mee eens omdat alle omstandigheden die het COA daarbij aanvoerde in het mediationtraject al waren meegewogen.

Capaciteit
Het COA had ook aangevoerd dat er te weinig capaciteit is voor de opvang van asielzoekers omdat onvoldoende gemeenten bereid zijn die beschikbaar te stellen en gemeenten daartoe niet kunnen worden gedwongen. De voorzieningenrechter oordeelt dat dat niet aan de gemeente Westerwolde kan worden toegerekend maar aan het COA, met name omdat in Nederland het aantal bestaande opvanglocaties vanaf 2016 structureel is afgebouwd. Verder overweegt de voorzieningenrechter dat niet valt in te zien dat het feit dat het COA andere gemeenten niet kan dwingen om überhaupt asielzoekers op te vangen, zou legitimeren dat de gemeente Westerwolde gedwongen kan worden om er meer dan de afgesproken 2.000 op te vangen.

Algemeen belang
Het COA had ook aangevoerd dat toewijzing van de vordering ertoe kan leiden dat er weer asielzoekers buiten zouden moeten slapen. Daarbij beroept het zich op het algemeen belang. De voorzieningenrechter wijst erop dat op grond van diverse internationale verdragen het COA/de Staat moet waarborgen dat die situatie wordt voorkomen en dat dat niet de verantwoordelijkheid is van de gemeente Westerwolde.

Vertrouwen
De voorzieningenrechter oordeelt verder dat het in het belang van het COA is dat gemeenten bereid zijn om overeenkomsten over de opvang van asielzoekers aan te gaan en dat die bereidheid naar verwachting nauw samenhangt met het vertrouwen bij gemeenten dat het COA dergelijke overeenkomsten ook zal nakomen. De voorzieningenrechter acht de vrees gerechtvaardigd dat afwijzing van de vordering dat vertrouwen zou ondermijnen, waardoor het voor het COA nog lastiger zou worden om nieuwe opvangcapaciteit te verwerven. Verder acht de voorzieningenrechter het in het algemeen belang dat in een democratische rechtsstaat de overheid gehouden wordt om de verplichtingen die zij aangaat na te komen.

Dwangsom
De voorzieningenrechter vindt het nodig om een dwangsom op te leggen, omdat de afspraken die recent in het mediationtraject onder leiding van de Nationale ombudsman zijn gemaakt door het COA niet zijn nagekomen. Die dwangsom moet volgens de voorzieningenrechter substantieel zijn, omdat het voor het COA een prikkel moet zijn om na te komen en het niet de bedoeling is dat het COA zijn verplichtingen zal afkopen. Het COA heeft vier weken de tijd gekregen om de veroordeling na te kunnen komen.